Broddelen
Broddelen is een stoornis in het spreken waardoor het spreken slecht verstaanbaar is. Het spreektempo is meestal te hoog of te onregelmatig en klinkt niet vloeiend of niet ritmisch.
Motorisch broddelen
Vaak treedt 'telescopie' op: klanken worden weggelaten of in elkaar geschoven (bijvoorbeeld 'tevisie' in plaats van 'televisie', 'foewestrijd' in plaats van 'voetbalwedstrijd'). Ook worden klanken verplaatst of omgedraaid ('versnelde verkering' in plaats van 'verkeerde versnelling') of worden delen van woorden herhaald.
Linguïstisch broddelen
Ook op het gebied van taalbeheersing zijn verschijnselen te herkennen die maken dat de spraak lastig te volgen is: moeilijk formuleren (ook schriftelijk), vreemde zinsstructuren en woordvindingsmoeilijkheden met veel stopwoordjes ertussen.
Andere kenmerken
Het spreek- en schrijftempo van kinderen die broddelen worden onvoldoende aangepast aan de lingui?stische, motorische of communicatieve eisen van het moment. De luisteraar zal de persoon die broddelt vaak slecht verstaan en reageren met: 'Wat zeg je?' De spreker merkt wel dat er iets mis is met zijn spreken, maar hij weet niet precies wat.
Broddelen is als een stoornis in de verbale communicatie te beschouwen.
Doordat er bij broddelen herhalingen van woorden en klanken optreden, lijkt het soms op stotteren. De symptomen zijn niet specifiek zoals bij stotteren en zijn daardoor minder opvallend. Broddelen en stotteren gaan ook vaak samen.
Voor de oorzaak van broddelen zijn er aanwijzingen dat het een probleem is in het centrale zenuwstelsel. Onderzoeken hiernaar zijn recentelijk gestart. Broddelen kan pas echt vastgesteld worden bij een leeftijd van rond de 10 jaar.
Vaak is er sprake van een erfelijke component: 85& van de kinderen die broddelen hebben een familielid met een historie van spraaktaalmoeilijkheden of vloeiendheidsproblemen.
Welke voortekenen van broddelen zijn er?
Als kinderen op de basisschool of in het voortgezet onderwijs één of meerdere van de volgende kenmerken vertonen, moet de leerkracht alert zijn op mogelijk broddelen:
- een hoog spreektempo;
- telescopie bij meerlettergrepige woorden (in elkaar schuiven van lettergrepen);
- het overslaan van kleine woordjes (zoals lidwoorden en voorzetsels) bij hardop lezen, bij schrijven of auditieve geheugentaken;
- het gebruik van verkeerde woorden (semantiek) of verkeerde woordvolgorde (syntaxis) bij snel spreken of schrijven, terwijl deze niet worden gemaakt bij het rustig spreken of schrijven;
- het vastlopen in de leesontwikkeling door radend lezen, door veel fouten te maken bij het lezen in een hoog tempo en door letterspiegeling van /b/ en /d/;
- meer fouten dan op basis van de intelligentie van het kind verwacht mogen worden bij begrijpend lezen.
De ernst van het broddelen wordt bepaald door:
- het aantal verschillende hiervoor genoemde verschijnselen;
- de frequentie waarmee deze verschijnselen optreden.
Vermoeidheid, de complexiteit van de boodschap die de spreker wil overbrengen of bepaalde stress kan broddelen doen toenemen.
Consequenties voor het leren
Communicatie is een belangrijk ingrediënt van het schoolse leren. Een probleem in de communicatie kan dan ook op vele terreinen van het leren effect hebben. Kinderen die broddelen maken in veel gevallen vaker leesfouten dan klasgenoten en vaak is het handschrift moeilijk leesbaar. De leerkracht ervaart problemen in het uitvoeren van opdrachten omdat de opdracht mogelijk net niet goed verwerkt is, enzovoort.
Enkele veelvoorkomende moeilijkheden die bij een aanzienlijk aantal kinderen die broddelen zijn waargenomen zullen hieronder toegelicht worden.
- Leestoetsen
In het leesonderwijs wordt kinderen nogal eens aangeraden om op een hoog tempo hardop te lezen. Kinderen die broddelen zullen minder aandacht besteden aan de kleine (niet betekenis- volle) woordjes. Regelmatig maken zij hierin fouten of laten woorddelen weg. Kinderen die broddelen maken deze fouten niet meer maken bij langzamer lezen, terwijl kinderen met leesmoeilijkheden (als dyslectische verschijnselen) meestal hun fouten blijven maken in een lager tempo.
Advies
Laat kinderen met een verdenking van broddelen lezen in een voor hen acceptabel spreektempo om het aantal fouten per leestekst te beoordelen. Aangezien in de verwerving van leesvaardigheid nauwkeurigheid van groter belang is dan snelheid kan op deze enigszins aangepaste wijze toch een goede indruk van de leesvaardigheid verkregen worden. - Schrijven en handschrift
Het schrijven van kinderen die broddelen is vaak op een zelfde manier aangedaan als hun spreken. Concreet betekent dit dat het handschrift in een (te) hoog tempo (gezien de mogelijkheden van het kind op dat moment), maar zeker ook op het moment dat er hoge eisen aan de taalformulering worden gesteld bijzonder onregelmatig is en vol kan staan met verbeteringen en zelfs ook het in elkaar schuiven van lettergrepen (telescopie). De onregelmatigheid blijkt uit het ver- anderen van schrijfrichting, het veranderen van lettergrootte of lettervorm. Dit kan zelfs binnen een woord gebeuren. Wanneer het kind gevraagd wordt om in een langzaam en zo mooi mogelijk handschrift te schrijven, zie je vaak dat de variatie, de doorhalingen en de telescopie aanzienlijk minder worden. Het langzamere tempo geeft het kind meer mogelijkheid om dat wat geschreven moet worden te plannen, waardoor het uiteindelijke resultaat veel beter is.
Advies
Maak duidelijk aan het kind dat wanneer spelling of handschrift prioriteit heeft, het kind extra tijd zal krijgen om de opdracht te vervullen. Wanneer het bovenstaande minder van belang is, kan achteraf gevraagd worden aan het kind om een oordeel te geven over de netheid van het werk. Het niet-nakijken van materiaal vanwege het soms 'chaotische' handschrift raden wij ten zeerste af. - Spreekbeurten
Personen die broddelen presteren beter op een hoger alertheidniveau. Bij spannende gebeurtenissen is het alertheidniveau aanzienlijk hoger. Spreekbeurten en boekbesprekingen zijn bij uitstek momenten vol spanning. Deze spanning in combinatie met de voorbereiding die de leerling heeft gedaan zal leiden tot nauwkeuriger geformuleerd, gecontroleerd en verstaanbaar spreken. Dit in tegenstelling tot kinderen die stotteren voor wie spreekbeurten en boekbesprekingen soms aanleiding zijn voor ernstige spreekmoeilijkheden.
Advies
Moedig kinderen aan zich goed voor te bereiden, langzaam te spreken en korte zinnen te gebruiken. - Toetsen en verslagen
Het overbrengen van een boodschap kan voor een kind dat broddelt erg lastig zijn. Niet alleen het kiezen van de juiste woorden of zinsstructuren, maar zeker ook het aanpassen van de boodschappen aan de voorkennis van de luisteraar of lezer kan voor sommige kinderen die broddelen de nodige problemen opleveren.
Advies
Duidelijke instructie over wat er in formulering precies verwacht wordt (bijvoorbeeld: 'Schrijf ook alle tussen- stappen van de berekening op') kan misverstanden voorkomen.
Ouders kunnen aan de logopedist een broddelverklaring vragen. - Gedrag
Een van de onderliggende oorzaken van broddelen is een vorm van ongeremdheid. In het gedrag van broddelende kinderen kan dat merkbaar zijn in impulsief reageren, moeite hebben met het stoppen van activiteiten waaraan men begonnen is (bijvoorbeeld moeilijk kunnen stoppen met vertellen) en onvoldoende alert zijn op waar spullen worden neergelegd. Zo kan een kind bij binnenkomst van de school of thuis zijn spullen achteloos neerleggen. Doordat dit onbewust gebeurt, kan het kind de spullen later niet gemakkelijk meer vinden. Bij het zoeken naar spullen worden nogal eens verkeerde zoekstrategieén gebruikt: 'Ik kan het niet vinden', 'Waar ligt het nou?'
Advies
Leer het kind om bij het zoeken te denken: 'Mijn rugzak, waar is mijn rugzak'. Door langzamer te handelen en meer alert te zijn op het voorwerp dan op de het resultaat zal het voorwerp sneller gevonden worden.
Bij impulsief storend gedrag raden wij aan om het kind vriendelijk duidelijk te maken wat er in deze situatie precies gebeurt en hoe het kind het best kan handelen. Bijvoorbeeld: 'Ik zie dat je heel graag als eerste wilt gaan maar andere kinderen willen soms ook als eerste' klinkt anders dan een vermanend 'Wacht nou eens even op je beurt'.
Behandeling van broddelen
Wat doet de logopedist:Na uitgebreide diagnostiek zal de behandeling zich richten op die aspecten van het broddelen die de communicatie nadelig beïnvloeden. Bij (jong)volwassenen richt de behandeling zich vooral op:
- bewustwording van de eigen spraak;
- uitspraaktraining, gericht op verstaanbaarheid, uitspraak van lettergrepen;
- training in correct formuleren;
- intonatietraining, stemmelodie;
- vertragen van de spreeksnelheid;
- trainen van een natuurlijk ritme en accenten;
- vergroten van de oproepsnelheid van de woordenschat;
- vergroten van de concentratie en de aandachtsspanne.
Prognose
Basisschoolkinderen
Voldoende taalvaardigheid (lezen, schrijven, spreken en luisteren) is belangrijk om efficiënt, gemakkelijk en effectief met anderen te kunnen communiceren. Van broddelende sprekers is bekend dat zij op alle vier de taalvaardigheden problemen kunnen ervaren.
Puberteit
In de ontwikkeling van de spreeksnelheid is er tijdens de puberteit sprake van een groeiende vorm van zelfreflectie, juist ook ten aanzien van het spreken. In zijn jonge jaren was de persoon zich vaak niet bewust van zijn niet-vloeiendheden. In de puberteit, een voor de mens zeer kwetsbare periode, komt geleidelijk het besef van afwijkende spraak. Vaak ontstaat deze bewust- wording onder invloed van opmerkingen uit de persoonlijke omgeving. De puber krijgt dan opmerkingen als 'Man, wat spreek jij onduidelijk!'; 'Je mag wel eens wat duidelijker spreken, zeg!' en krijgt vaak 'Wat zeg je?' te horen. Uit deze opmerkingen begrijpt de puber wel dat hij iets niet goed doet, maar hij weet niet wat hij niet goed doet. Hij kan zich dus ook niet verbeteren. Hierdoor kan de broddelende spreker onzeker worden over zijn spreekprestaties.
Het resultaat van de behandeling hangt, naast de ernst van het broddelen, af van doorzettingsvermogen, concentratievermogen en motivatie.
Vergoeding
Het onderzoek en de behandeling van broddelen worden als regel vergoed door de ziektekostenverzekeraars, na verwijzing door huisarts of medisch specialist.